North Atlantic Odyssey 2018 - deel 2
Zwerftocht over de Noord-Atlantische Oceaan
Wij zetten ook onze tocht verder en schuiven langs de schotse kust verder naar het noorden, richting Fair Isle. Ondertussen krijgen we nog een overzicht van de weerfenomenen in de arctische gebieden. Door de stand van de aarde t.o.v. de zon gaat er in de zomer de zon nooit onder en is er dus 24u daglicht. Door de hoek van de aarde is er ook minder zonne-energie en een andere lichtinval. Dit creëert verschijnselen zoals fata morgana's, ufo-wolken, inversiewolken, kleureffecten aan de horizon (o.a. het "blauwe licht" waar de fotografen verzot op zijn), jacobsladders, dubbele regenbogen met andere tinten, valwinden en allerlei windturbulenties. Op onze tocht krijgen we daar een aantal van te zien.
Fair Isle bereiken we al zeer vroeg in de morgen en met de zodiac maken we onze eerste landing. We kunnen droog uitstappen aan de zuidelijk gelegen landingsplek nabij de vuurtoren. Dat blijkt een broedplaats te zijn voor talrijke scholeksters, kleurrijke vogels in een zwart pakje met rode pootjes en snavel.
Fair Isle is een heuvelachtig eilandje ongeveer halverwege de Orkney's en de Shetland eilanden. Het is het meest afgelegen bewoonde eiland van het UK. De 55 inwoners zoeken trouwens nog een 10-tal mensen die zich bij hen willen vestigen.
Je kan er langs één weg van zuid naar noord lopen, dat is ongeveer 4 km, of meerijden in de auto van één van de bewoners. Dat doen we en zo komen we nog wat meer te weten. Ze houden schapen en een paar koeien en zijn bekend om hun breiwerk! Onderwegen zien we nog wat rare constructies met netten. Die dienen om vogels te vangen en te ringen. Het eiland is namelijk een favoriete plek voor duizenden migrerende vogels, met ook tal van broedplaatsen. In 1948 heeft men er dan ook een vogelobservatiepost gebouwd en dat is ook de enigste plek waar je als toerist kunt neerstrijken voor een warm nest. Hun recordtelling was 390 verschillende broedsoorten in één seizoen. Het zijn niet allemaal migranten, sommige soorten blijven ook. Hier en daar heb je ook troepjes vogelaars van natuurpunt die een struik staan te beloeren. Ook wij stellen vast dat de spreeuwen hier bijna zwart gekleurd zijn.
Aan de noordelijke vuurtoren, zoals meestal gebouwd door Stevenson, wacht ons nog een verrassing: aan de rand van een grasrijke glooiing die eindigt in een klif zitten bosjes fotografen met hun lens gericht op toch wel erg fotogenieke modellen onder de vogels: de papegaaiduikers. Er zijn zo'n 7.000 "puffins" die hier broeden.
Na deze fotosessie haasten wij ons terug naar het zuiden voor onze zodiactocht terug naar het schip en het aan boord klauteren via een gangway. Het probleem is dat de zodiac niet op dezelfde hoogte blijft wiebelen als de gangway en je dat goed moet inschatten om enigszins elegant de overstap te doen. We hebben de "zeemansgreep"en het 1-2-3 stappenplan goed ingeprent gekregen en alles lukt prima.
Nog even de botten ontsmetten, ons kaartje omdraaien naar groen (= aanwezig) en we kunnen terug naar onze kajuit, ons ontdoen van reddingsvest, waterdichte broek en diverse lagen "damar"-ondergoed. Oef !
In de namiddag rijden een 15-tal dolfijnen mee op de golven. Er zijn ook mama's met pasgeboren kleintjes tussen en ze blijven lang bij ons in verschillende groepen. "Bow-riding" (surfen op de boeggolven) doen ze ook echt!