North Atlantic Odyssey 2018 - deel 3
Zwerftocht over de Noord-Atlantische Oceaan
We varen langs de Shetland's en zien grote boorplatformen naast ons opdoemen.
De volgende morgen worden we al vroeg uit bed gehaald door een lieflijke stem op de intercom die ons uitnodigd voor een prachtige show van grienden en dolfijnen. Een 200-tal grienden met daar tussen in uit het water springende dolfijnen met spitse rugvinnen. De kapitein legt de boot stil om er niet door te varen en we krijgen een spektakel van wel een half uur. Overal hoor je oooh's en jaaaah's !
We varen nu verder over een diepte in de Noordzee, dan komt er weer een hoogte alvorens het héél diepe in te varen op weg naar het eiland Jan Mayen. Diep moet je heel letterlijk nemen, het is hier 4 à 5.000m diep. Jan Mayen ligt een 600km boven IJsland en ongeveer in het midden tussen Groenland en het noorden van Noorwegen. Het is nogal een woelige zee en de kapitein zet er vaart in. We horen de spanten, en onze bedden, letterlijk kraken.
De diepte is géén probleem voor de grienden, die vissen tot 1.500 à 2.000 m diep op inktvissen en als je de foto's goed bekijkt zie je ook tal van littekens op hun huid. Die hebben ze opgelopen ten gevolge van hun gevechten met die inktvissen. Helaas verliezen ze nog jaarlijks hun gevecht met de inwoners van Fair Isle. Ieder jaar jagen die de grienden op het strand om die daar af te slachten, als een zomers ritueel en ze willen er niet van afwijken.
We worden voorbereid op ons bezoek aan Jan Mayen en krijgen tal van uitleg over de geschiedenis, archeologie en pre-historie. Met daartussen een interessante lezing over het thema "raven". Deze volgens worden afgebeeld in praktisch alle culturen over heel de wereld als teken van macht. Ook de omzwervingen van de Noormannen in de gebieden die wij nu ook verkennen komen aan bod. Tussendoor spoed iedereen zich naar buiten om de witsnuit dolfijnen en butskoppen te bewonderen.
Nadien krijgen we een film te zien van de nederlandse marine over Jan Mayen (één van de stafleden heeft voor hen aan een archeologisch project gewerkt). Jan Mayen werd door de nederlanders als basis gebruikt voor de walvisvangst. Zulke basis werd telkens in het begin van het seizoen opgezet en vóór de winter weer verlaten. Omdat hun basis door de concurrerende engelsen ieder jaar opnieuw vernietigd werd, probeerden ze op een keer toch te overwinteren om hun nederzetting te beschermen. Dat lukte niet. Velen stierven aan scheurbuik wegens vitamine C tekort. Ze hebben er toch een 30 tal jaren op walvissen gejaagd tot het bestand was uitgeput en niet meer rendabel.
Het eiland is nu Noors met enkel een militaire bezetting.
We krijgen toestemming om te landen maar de mist, de hoge deining en het variabel weer, verplicht de kapitein om rond het eiland te varen naar de west-kust.
Het wordt een "natte" landing op een mistig lava strand. Jan Mayen is een vulkanisch eiland, begroeid met gele mossen. Het klimaat is hier zo bar dat de berkenbomen slechts een centimeter hoog worden, enkel hun groene blaadjes steken boven de grond, hun takken groeien ondergronds met een heel uitgebreid wortelgestel.
Even verder op het strand treffen we, mooi uitgestald, de uitgeloogde beenderen, rugwervels en ribben, van een walvis. Er staat ook een gedenksteen voor de nederlanders die hier gestorven zijn tijdens hun overwintering. Van de nederzetting zijn er nog wat restanten zichtbaar. Het staflid wil hier later nog terugkomen om haar archeologisch project voort te zetten.
Het strand wordt geflankeerd door hoge kliffen met duizenden broedende zeevogels, voornamelijk stormvogeltjes.
vorige deel (deel 2) volgende deel (deel 4)